Dolverliefd en zwanger
Ik geloof echt en oprecht dat Mike en ik voor elkaar bestemd waren. We leerden elkaar immers kennen aan de andere kant van de wereld in Australië, tijdens een uitwisselingsproject van onze universiteiten. Ik zag hem staan in het danscafé en was meteen verkocht. Zijn accent verraadde onmiddellijk dat hij geen “local” was. Onze verbazing was groot toen zelfs bleek dat we niet ver van elkaar woonde en gezamenlijke vrienden hadden. Het was meteen vuurwerk bij ons. Na twee weken stond Mike al te roepen “met jou wil ik kinderen schat.”
We hebben het natuurlijk allemaal wat rustiger aan gedaan maar ons geluk was groot toen ik na onze 3de huwelijksverjaardag zwanger bleek te zijn.
De eerste echo op 10 weken was onvergetelijk. Slechts enkele centimeters groot maar toch al duidelijk een baby’tje, ons kindje. We waren helemaal in de wolken. Ik moest vaak mezelf erop wijzen dat ik niet te hard van stapel moest lopen omdat die eerste 12 weken altijd onzeker zijn.
Investeren in de NIPT
Tijdens onze controle op 12 weken lieten we de standaard combinatietest uitvoeren. Ik liet bloed afnemen en een paar dagen later werd bij een echo de dikte van de nekplooi bij de baby opgemeten. Die echo stelde ons gerust: de nekplooi was prima, wervelkolom goed, neusbotje mooi: alles zoals het hoort, geen alarmbellen.
We waren helemaal opgelucht, heel het onderzoek was in ons hoofd maar een formaliteit. Toen de gynaecoloog alle resultaten aan het bekijken was concludeerde ze dat wij op basis van de testresultaten een kans van 1 op 250 hadden dat ons kindje downsyndroom zou hebben. Hier schrokken we enorm van maar de gynaecologe stelde ons gerust aangezien ze pas bij een kans van 1 op 200 volgens een nationaal vastgestelde norm spreken van een verhoogd risico.
Ik denk dat de gynaecologe meteen aanvoelde dat wij bezorgd en geschrokken waren want ze stelde onmiddellijk voor om een NIPT test (Niet Invasieve Prenatale Test, red.) te laten uitvoeren voor de zekerheid. De test werd toen nog niet terugbetaald en het was dus wel een behoorlijke investering. Toch hebben we er niet lang over moeten nadenken, dezelfde avond besloten we nog om de test te laten uitvoeren.
Twee weken later heb ik bloed laten afnemen want het DNA van de baby zit in het bloed van de moeder. Na twee weken zouden we de uitslag hebben. Het waren twee lange weken. We probeerden de bezorgdheid weg te duwen en toch te genieten van de prille zwangerschap en mijn opbollend buikje. We hebben toen zelfs een eerste rompertje gekocht, alles om onze focus te verleggen.
Twee weken later zat ik in de zetel mijn favoriete serie te kijken toen de telefoon ging. Ik zag onmiddellijk aan het nummer dat het ziekenhuis belde. Ik verstijfde en durfde pas na lang rinkelen opnemen. De gynaecologe wond er geen doekjes om “het spijt me, uit de test is gebleken dat jullie kindje het syndroom van down heeft.” Ik kreeg niets meer gezegd, stond aan de grond genageld, ik kon zelfs niet huilen, ik was volledig verlamd. De gynaecologe zei me dat ik in de 16de week van mijn zwangerschap verwacht werd voor een vruchtwaterpunctie om volledig uitsluitsel te hebben.
Vasthouden aan een strohalm
Hoe we die 2 weken nog zijn doorgekomen weet ik echt niet. Ik heb heel wat tranen vergoten. Ik was heel bang, ik sliep amper en had constant nachtmerries. Over ons kind, bevallen van een dood kind, abortus, … Het was vreselijk.
Mike hield zich sterk, hij probeerde mijn steun te zijn. Zette zijn gevoelens volledig opzij om zich te kunnen focussen op mij en mijn verdriet. Toch had ik nog hoop, er is immers 1% procent kans dat de uitslag van de NIPT niet correct was. En zolang er een kans was, was er hoop.
Tijdens de vruchtwaterpunctie mocht ik meekijken op het scherm. De baby was al flink gegroeid, je kon al duidelijk handjes en voetjes zien. Door de NIPT wisten we dat het een meisje was. Ze zag er zo normaal, lief en schattig uit. Ik tuurde naar het scherm en bleef staren naar het hoofdje. Met alle wil van de wereld ik kon er geen typische Downsyndroom kenmerken in herkennen. Plots kreeg ik weer hoop. Wedden dat wij weer de uitzondering op de regel gingen zijn, wij gingen net dat koppel op 100 koppels zijn. Alles kan, wij hadden elkaar uiteindelijk ook leren kennen zoveel duizenden kilometers van huis.
Vijf dagen hebben de resultaten op zich laten wachten tot het verlossende telefoontje kwam. Mike heeft de telefoon opgenomen maar hem wel op luidspreker gezet. “Het spijt ons maar het resultaat blijft hetzelfde.”
We stonden voor een moeilijke beslissing
Nu we met zekerheid wisten dat onze dochter het Downsyndroom had moesten we beslissen. We zijn heel goed opgevangen door het ziekenhuis. We werden uitgenodigd voor een uitgebreide informatiesessie over Downsyndroom. Ik kende geen mensen met het syndroom van Down. Ik had natuurlijk in mijn leven al wel eens “een mongooltje” gezien maar ik wist er verder niets over. We leerden enorm veel bij over de mogelijke complicaties, de hartklachten, de gradaties, de intense zorg voor een kind met zo veel uitdagingen.
Het heeft even geduurd voor Mike en ik het konden uitspreken naar elkaar toe. We waren beide bang voor elkaars reactie. Mike wou mij vooral niet kwetsen of dieper in de put duwen. Toen we naar huis reden van de informatiesessie ben ik in huilen uitgebarsten “ik wil dit kindje niet”. Mike begreep het, hij dacht er hetzelfde over maar moest ik het kind hebben willen houden dan had hij wellicht achter mijn keuze gestaan. We hebben er een hele nacht over gepraat en toen hebben we de knoop doorgehakt. We kozen voor een beëindiging van de zwangerschap.
Bevallen van een prachtige dochter
Diezelfde week werd ik nog ingeleid. Ik kreeg pilletjes om mijn baarmoeder week te maken en een intraveneus medicijn om de weeën op gang te brengen. Ik kreeg ook een epidurale verdoving om de pijn zo veel mogelijk te drukken. Mijn lichaam reageerde heel snel, ik ging gemakkelijk in arbeid. Na 3 uur weeën is uiteindelijk mijn water gebroken en mocht ik beginnen persen. Een dik half uur later werd onze dochter geboren. Ik had op voorhand al uitgemaakt dat ik haar zou willen zien. Enkele minuten na de bevalling hebben ze Esmée bij mij gelegd. Het was een heel bijzonder moment, ik was intens verdrietig maar ook trots. Ik voelde me echt mama van dit kleine meisje. Ze was zo mooi, zo volledig, zo klein. Mijn placenta hebben ze operatief moeten verwijderen, dat komt vaak voor bij premature kinderen.
We hebben onze dochter laten cremeren en hebben een kleine uitvaart gehouden in zeer intieme kring. Afscheid nemen was voor ons heel belangrijk.
Voor de buitenwereld heb ik een ‘miskraam’ gehad
Om het niet onnodig complex te maken hebben we afgesproken dat we tegen iedereen zouden zeggen dat ik een miskraam heb gehad. Dat gaf me mentale rust want ik kamp nog altijd met enorme schuldgevoelens. Als het gaat over abortus dan krimpt mijn maag in elkaar. Er heerst nog altijd een enorm taboe op dat thema. Een miskraam daar kan je niet aan doen, dat overkomt je en daar heeft iedereen begrip voor. Maar bewust kiezen voor het beëindigen van een zwangerschap omdat je kind ‘niet perfect’ is dat kan er bij veel mensen niet in. Zeker nu er programma’s gemaakt worden over mensen met Down. Ze zijn vaak zo aandoenlijk, schattig en lief. Er wordt een heel romantisch beeld opgehangen van deze mensen. Wat mensen niet zien is de ontzettend zware zorg, de medische complicaties, het financiële plaatje… Ik heb geen spijt van mijn beslissing maar ik voel wel vaak gevoelens van schaamte. Ik voel me dan mislukt als mama omdat ik niet kon kiezen voor mijn kind dat “anders” was. Vaak kan ik het relativeren en dan ben ik er echt van overtuigd dat ik er goed aan gedaan heb. Maar soms word ik verscheurd. We hebben nog een lange weg te gaan om dit te verwerken en een plaat te geven. We dromen nog altijd van een gezin met kinderen maar hebben ons voorgenomen om onze tijd te nemen.